1
Maak de paprika’s schoon en snijd in grove repen. Bak deze in een scheutje olijfolie op hoog vuur in een grote koekenpan. Bak de paprika in ongeveer 10 minuten gaar.
2
Maak de granaatappel schoon. Snijd de schil in vier parten iets in, maar snijd hem niet helemaal door. Breek de granaatappel in 4 parten. Nu kun je gemakkelijk de granaatappelpitjes er voorzichtig uit breken.
3
Maal de gebakken paprika’s fijn. Optioneel kun je het vruchtvlees eerst loshalen van het dunne schilletje met behulp van een lepel, maar dit hoeft niet. Voeg daarna ook de knoflook, kidneybonen, walnoten, balsamico azijn, honing, komijn, een stukje rode peper en limoensap toe. Maal fijn tot een gladde spread. Proef de spread en breng eventueel hoger op smaak.
4
Garneer de spread met granaatappelpitjes, verse gesneden munt, stukjes walnoot en rode peper. Schenk er tot slot nog een beetje extra vergin olijfolie over. De spread is enkele dagen houdbaar in de koelkast. Serveer er brood, toast, groenten of salade bij.