1
Verhit een grote braadpan en bak hierin een gesnipperde ui en stukjes winterwortel aan in een scheutje olijfolie met roomboter. Snijd intussen de riblappen in gelijke stukken en voeg toe. Bak het vlees rondom aan op hoog vuur.
2
Blus af met de rode wijn. Zet het vuur laag en roer de tomatenpuree met de bouillonblokjes erdoor. Laat het vlees met een deksel op de pan op laag vuur stoven. Minimaal 3 uur, maar liever langer. Roer af en toe door en check of er misschien nog wat vocht (wijn of water) bij mag. Het vlees mag een beetje uit elkaar vallen. De saus mag ook iets inkoken, dus laat het laatste uur gerust zonder deksel pruttelen.
3
Snijd een plakje van de onder- en bovenkant van de flespompoen af en halveer voor het bolletje (waar de pitjes in zitten). Nu kun je eenvoudig de schil er rondom vanaf snijden door de pompen op de snijplank te laten staan. Verwijder de pitjes en snijd het vruchtvlees in kleine blokjes. Bak per persoon ongeveer 150 gram pompoen en 100 gram aardappelen op gematigd vuur in een beetje roomboter goudbruin en gaar.
4
Zet vlak voor het serveren een ruime koekenpan op hoog vuur en smelt daarin een klontje roomboter. Bak hierin de gesneden groene asperges, champignons en de zilveruitjes goudbruin krokant aan. Roer dit door de Boeuf Bourguignon. Garneer met verse tijm.
